Cognitieve Gedragstherapie (CGT)

Cognitieve Gedragstherapie (CGT) gaat over de samenhang van gedachten, gevoelens en gedrag. Kort gezegd hebben gedachten, gevoelens en gedrag wederzijds invloed op elkaar. Dit gaat meestal onbewust. Tijdens een CGT-traject onderzoeken we in welke situaties klachten optreden. Ook kijken we welke onbewuste processen daarbij horen. Daarna gaan we die processen proberen te veranderen. 

CGT en gedachten

We hebben allemaal ons ‘kader’ of de bril waardoor we de wereld bekijken. Dit kader bepaalt hoe we situaties beoordelen. Ons ‘kader’ of de manier waarop we de wereld zien is vooral onbewust. We denken er niet over na en zien ons kader als vanzelfsprekend. Dat is meestal heel nuttig. Daardoor hoeven we niet overal over na te denken. Door het kader leggen we ook verbanden zonder dat we het doorhebben.

Voorbeeld: Als iemand onaardig tegen je is. Wat denk je dan? “Diegene is boos op mij” of “Diegene heeft zijn dag niet”? Jouw kader bepaalt (mede) of je een verband legt tussen iemand die onaardig is en jezelf.
Door middel van CGT onderzoeken we je kader. We gaan kijken of je dingen anders op kunt vatten.

CGT en Vermijding

Situaties die angst oproepen gaan we het liefst uit de weg. Dit noemen we vermijding. Het heeft als voordeel dat we de angst niet hoeven te voelen. De keerzijde is dat de angstige verwachting niet bijgesteld wordt. Hierdoor wordt de angst alleen maar groter en gaan we uiteindelijk steeds meer situaties uit de weg. Er komen steeds meer beperkingen in het doen en laten. 

Doorbreken van vermijding

Wat kunnen we doen om dit te doorbreken? Door de vermijding wordt de angst groter. We moeten dus stoppen met vermijden en onder ogen zien waar we bang voor zijn. Zo kunnen we ervaren dat het gevreesde scenario niet uitkomt. Dit kan door middel van Cognitieve Gedragstherapie. Jouw klachten onder ogen zien doen we samen en in jouw tempo. Verder gaan we onderzoeken of je gedachten over de gevreesde situatie wel juist zijn en of we daar iets in kunnen corrigeren. 

Voorbeeld:
Tanja woont in een oud huis. Vaak zijn wel wat geluiden te horen, zoals krakend hout of tikkende leidingen. Ook 's nachts zijn er regelmatig geluiden te horen. Wanneer Tanja iets hoort denkt ze dat het door het oude huis komt en besteedt er verder geen aandacht aan.
Janet woont naast Tanja, in eenzelfde soort oud huis. Janet kan zich soms angstig voelen. Ze was altijd wel wat banger dan haar buurvrouw. Sinds ze vorig jaar hoorde over een inbraak in de wijk is de angst erger geworden. Als ze 's nachts iets hoort kraken of tikken zit ze rechtop in bed. Ze denkt dan dat ze iemand hoort lopen is bang dat er ingebroken wordt.

Tanja en Janet hebben verschillende gedachten over dezelfde situatie. Tanja denkt bij een geluid 's nachts: "er kraakt een plank", waardoor ze zich geen zorgen maakt. Janet denkt: "er loopt een inbreker in mijn huis", waardoor ze heel bang wordt. Als de gedachten van Janet over de situatie kunnen veranderen, zal ze in die situatie niet meer zo bang zijn. Zoals Tanja.